Lees in het Nederlands | Read in English
SO SAID (6)
TAAG (a mock poem)
Fada sat on a bench by the mighty river Taag.
And enjoyed the view of Lisbon.
“Excuse me, Taag, but I have a question.
I am looking for melancholy, more specifically for the soul, for its source.
I thought you, dear river, might be able to help?”
Taag, naturally calm and languid, whispered disturbedly:
“My child, first of all, I am not a river, I am a stream.
Of springs I naturally know everything, for I have one myself in Fuente Garcia.
Friends call her Amelia.”
Now, to get back to your question … “
And Taag pounced.
With lots and big words and flowing gestures and all.
The speech was grandiose, even a touch virtuosic at times but mostly endless.
So Fada said, still from her bench:
“Sorry to interrupt you, Mr Taag.
But it’s all a bit too fluid, too vague for me.
So I will let you go and wish you a nice journey, downhill, towards the ocean.
By the way, give her many greetings from me.
Thank you.”
Taag got an ugly boost from his flow and replied whipped up:
“I will, poet of my feet.
And do you know:
He who does not follow the stream, the source he will never meet.”
Things never came right between Fada and Taag again.
ZO GEZEGD (6)
TAAG (een spotdicht)
Fada zat op een bankje aan de stroom de Taag.
En genoot van het uitzicht op Lissabon.
“Neem me niet kwalijk, Taag, maar ik heb een vraag.
Ik ben op zoek naar melancholie, meer bepaald naar de ziel, naar de bron.
Ik dacht dat u, geachte rivier, misschien helpen kon?”
De Taag, van nature rustig en loom, fluisterde verstoord:
“Mijn kind, vooreerst, ik ben geen rivier, ik ben een stroom. Maar bon.
Van bronnen weet ik van nature alles, ik heb er namelijk zelf een in Fuente Garcia.
Vrienden noemen haar Amelia.”
Nu, om terug te komen op uw vraag … “
En Taag stak van wal.
Met veel en grote woorden en met vloeiende gebaren en al.
Het betoog was grandioos, af en toe zelfs een tikkeltje virtuoos maar toch vooral oeverloos.
Dus zei Fada, nog steeds vanop haar bankje:
“Sorry dat ik u onderbreek, meneer Taag.
Maar het is mij allemaal een beetje te fluïde, te vaag.
Ik laat u dus maar gaan en wens u een mooie reis, afwaarts, richting oceaan.
Doe haar trouwens van mij veel groeten.
Dank je.”
Taag kreeg een lelijke opstoot van zijn debiet en antwoordde opgezweept:
“Dat zal ik doen, dichtertje van mijn voeten.
En weet ge, wie de stroom niet volgt, die de bron nooit ontmoet.”
Tussen Fada en Taag kwam het nooit meer goed.
- Mark Jeanty
- Lisbon (Portugal)